maandag 7 juni 2010

Aanvullingen van het Cultureel-Erfgoedoverleg op de visieteksten van het Cultuurforum

Het Cultureel-Erfgoedoverleg is blij met het initiatief van minister Schauvliege om via het Cultuurforum de Vlaamse cultuursector te laten aansluiten bij het actieplan Vlaanderen in Actie. Het overleg is onder de indruk van het werk dat op korte termijn verzet werd. De visieteksten schetsen een perspectief op lange termijn en daar is nood aan. Vanuit het overleg willen we graag bijdragen aan de discussie die de minister opgestart heeft. We presenteren hieronder dan ook onze aanvullingen op de verschillende visieteksten.

Vooraf vrezen we wel de bedenking, zoals andere organisaties uit de cultuursector, dat het huidige klimaat van besparing een hypotheek legt op het actieplan dat nu uitgetekend wordt.

Algemene bedenkingen
Doorheen de teksten van de verschillende ateliers, zien we vele linken en rode draden. De oefening om tijdens het publieksmoment op 7 juni niet per atelier te werken, maar per cluster van doorbraken, is bijzonder interessant. We hopen dat dit bruikbare resultaten oplevert en dat we als sector ook na die oefening nog feedback kunnen geven.

Duurzaam beleid
 Doorbraak 1 Een open samenleving
Het Cultureel-Erfgoedoverleg ondersteunt de aandacht voor het publieke domein. Er is grote druk van rechthebbenden, vaak grote internationale ondernemingen, en van kapitaalkrachtige beheersvennootschappen, om het auteursrecht uit te breiden ten koste van het publieke domein. De cultuursector alleen is onvoldoende opgewassen tegen deze krachten. De visietekst stelt terecht dat het de opdracht is "van een duurzaam cultuurbeleid het publieke karakter van kunst en cultuur te verankeren en waar nodig af te dwingen."

Participatie en diversiteit
De werktekst ‘diversiteit en participatie’ bevat vele waardevolle ideeën voor de toekomst. De omschrijving van de spanningsvelden en de basisvisie dat diversiteit geen aparte categorie is, maar het wezen en fundament van onze samenleving, onderschrijven we volkomen. Echter, net vanuit die idee, wensen we een aantal aanvullingen en kanttekeningen te maken.

1. Het begrip diversiteit wordt hier in zijn meest ruime zin gehanteerd. Tegelijkertijd stellen we vast dat er juist daardoor toch onduidelijkheid en verwarring in de teksten sluipt: er zijn plaatsen waar men diversiteit gebruikt, maar culturele diversiteit bedoelt.

2. De idee dat een efficiënte en zinvolle aanpak mbt. culturele diversiteit zich moet situeren op alle beleidsdomeinen wordt in de tekst op verschillende plaatsen onderschreven. Wij geloven dat dit idee zeer essentieel is, wellicht zo essentieel dat het eigenlijk een raamkader met overkoepelend beleid op Vlaams niveau behoeft, van waaruit de verschillende beleidsterreinen dan hun visie en acties kunnen ontwikkelen.

3. Wij geven als aandachtspunt mee dat het wenselijk kan zijn om het begrip ‘interculturele competentie’ te lanceren: het geheel van kennis, vaardigheden, waarden en attitudes dat toelaat zich op een comfortabele manier te bewegen én verantwoordelijkheid op te nemen binnen een maatschappij waarin diversiteit de norm is. Vanuit operationeel oogpunt kan het beter zijn een onderscheid te maken tussen 'culturele competentie' en 'interculturele competentie'.

E-cultuur en digitalisering
De tekst van dit atelier is zeer waardevol en genereert veel mogelijkheden voor de toekomst. Een aandachtspunt bij het ontwikkelen van de ambitieuze doorbraken rond ecultuur en digitalisering is dat er voldoende instrumenten en handvaten moeten zijn om iedereen te kunnen meenemen in dit verhaal. Er moet wel voorzien worden in voldoende vorming, ondersteuning en verspreiding van inhoudelijke expertise rond e-cultuur en digitalisering.

Het idee van een platform "waar alle betrokkenen, zowel gebruikers, beheersvennootschappen als rechthebbenden op een evenwichtige manier rond de tafel kunnen zitten", is bijzonder interessant. Het auteursrecht is immers niet aangepast aan het toenemende belang van het digitale in onze samenleving. Dat betekent dat de rechten van de gebruikers onder druk komen te staan, dat het recht op informatie en cultuurparticipatie in het gedrang is en dat het publiek domein ingeperkt dreigt te worden. De cultuursector is echter nauwelijks opgewassen tegen de macht van de rechthebbenden. De overheid moet dan ook voldoende oog hebben voor deze structurele ongelijkheid bij de organisatie van een overlegplatform.

Competentieverwerving en –waardering stimuleren
Doorbraak 2
We stellen voor om volgende actie toe te voegen:

A 2.2 In de erfgoedsector bestaat reeds een breed vrijetijdsnetwerk met vele verenigingen ondersteund door talloze vrijwilligers. Deze organisaties zijn in de dagdagelijkse praktijk al bezig met sectoroverschrijdende samenwerking (roerend/onroerend). De competenties en ervaringen hierin kunnen in 2020 mee zorgen voor een echt integraal en geïntegreerd beleid, gesteun door de Vlaamse Overheid.

A 2.3 Cultureel-erfgoedorganisaties bewaren en beheren het geheugen van onze samenleving. Ze actualiseren het erfgoed, tonen ons hedendaagse manieren om ermee om te gaan en behouden het tezelfdertijd voor toekomstige generaties. Erfgoed houdt ons een spiegel voor, confronteert ons met onze identiteit. Het is zowel 'eigen' als 'vreemd'. Erfgoedorganisaties vormen dan ook een essentieel onderdeel van het netwerk voor cultureel leren. Het gaat dan niet alleen om erfgoededucatie in strikte zin, waar jongeren en volwassenen leren omgaan met erfgoed en het leren waarderen. Erfgoed kan veel breder ingezet worden. In 2020 vormt de erfgoedsector dan ook een sterk netwerk met organisaties voor formeel en informeel leren.

Cultuurmanagement en culturele economie
Doorbraak 5 - mogelijkheden van de derde weg
We stellen voor om punt 5 te herformuleren. Dit punt is immers niet alleen van toepassing op de kunstensector, maar ook op de sector van het cultureel erfgoed. Ons voorstel:
voor intense samenwerkingsprojecten tussen de culturele sector en de bedrijfswereld, bijvoorbeeld onderzoeksprojecten, zouden ook projectsubsidies moeten worden voorzien.